Kokkelvisserij geen negatief effect op sediment en bodemdieren
Uit recent onderzoek blijkt dat kokkelvisserij geen negatieve effecten heeft.
Door het NIOO/CEME (Nederlands Instituut voor Ecologie/Centrum voor Estuariene en Mariene Ecologie) is onderzoek uitgevoerd naar de effecten van kokkelvisserij in 2006 op de natuurwaarden van slikken in de Oosterschelde. De resultaten tonen aan dat kokkelvisserij geen negatieve effecten heeft op de samenstelling van de bodem, de bodemdieren en de kleine kokkels.
Op de slikken van de Dortsman (Oosterschelde) werden in het najaar van 2006, kort voor en 6 weken na het bevissen van het gebied door mechanische kokkelvissers, 45 monsters genomen voor het bepalen van de bodemdieren levensgemeenschappen én 45 sedimentmonsters voor het bepalen van de sediment karakteristieken. Voor visserij gesloten vakken dienden als referentie voor de beviste vakken. Er werd gekeken naar veranderingen in sediment en bodemdieren.
Zes weken na het bevissen bleken noch de sedimenteigenschappen noch de karakteristieken van de bodemdierengemeenschap duidelijke verschillen te laten zien.
Conclusie van het onderzoek is dat de werking van de hydraulische kokkelkor geen korte termijneffect (6 weken) heeft op de natuurwaarden van de beviste locaties.
Uit het onderzoek is tevens gebleken dat er selectief is gevist op grote kokkels en dat de kleine kokkels zijn gespaard. Er bleek - zoals te verwachten - wel een merkbaar verschil in het aantal grote kokkels (>15 mm), maar niet in de kleine kokkels, voor en na bevissing.
Het onderzoek bevestigt de mening van de vissers dat de kokkelvisserij, uitgevoerd strikt volgens visplannen die op duurzaamheid zijn gericht, geen invloed heeft op de natuurwaarden van de vangstgebieden.