Trekpleisters redding voor Waddenkust
Raad: vaker veerboten naar eilanden
LEEUWARDEN - De Waddeneilanden weet de helft van de Nederlanders wel te vinden, maar de vaste kust mijden ze liever. Toeristische trekpleisters aan land moeten die trend keren, vindt de Raad voor de Wadden, temeer omdat de recreatiegrenzen op de eilanden in beeld komen. Voorzitter Margreeth de Boer presenteerde het advies over toerisme vandaag aan de Tweede Kamer. Van onze verslaggever.
De kust is met zijn imago van 'wind en kaalheid' bepaald niet populair. Mensen weten nauwelijks dat er wat te doen is, er zijn maar weinig slaapplaatsen, openbaar vervoer is beperkt en de paar bezienswaardigheden die er zijn liggen te ver van elkaar af. Grote trekpleisters moeten geënt zijn op thema's als landaanwinning, energie, klimaatverandering, bewoningsgeschiedenis, visserij en natuur. Een zoet-zoutcentrale bij de Afsluitdijk, maar ook een biomassacentrum in Munnekezijl, het Kazemattenmuseum in Kornwerderzand, een waddeneducatiecentrum in Pieterburen en een energiebezoekerscentrum in de Eemshaven zouden meer toeristen kunnen trekken.
Appingedam, Dokkum, Harlingen en Franeker moeten meer op de kaart gezet worden. Deze plaatsen weerspiegelen de vroegere rijkdom en cultuurhistorische betekenis van de Wadden. De eilanden en de kust zouden zich meer als één gebied moeten presenteren. Op de eilanden leven veel mensen van toerisme, in de kustgemeenten is dat nu nauwelijks zo. In Friesland stijgt de economische betekenis wel in Wûnseradiel en Dongeradeel, in Groningen doen De Marne en Delfzijl het goed.
Op de eilanden zelf is meer recreatie nauwelijks mogelijk. Het hoogseizoen is praktisch altijd volgeboekt, maar ook korte tripjes gedurende het hele jaar nemen toe. Alleen dagjestoeristen kunnen nog extra geld opleveren. Daarvoor moeten gratis, milieuvriendelijke (kleinere) veerboten vaker gaan varen. Risico is wel dat dit ten koste gaat het van 'eilandgevoel'. Jaarlijks trekken nu zo'n 126.000 boten door de sluizen van de Waddenzee, een verdubbeling in de afgelopen 25 jaar. De boten worden steeds luxer en groter. Omdat de ruimte op de eilanden beperkt is, worden hotelovernachtingen steeds duurder. Dat levert een dilemma op: eilandondernemers willen niet alleen beschikbaar zijn voor rijke(re) Nederlanders. De Raad vindt dat er meer culturele activiteiten, zoals Oerol, gehouden moeten en dat eilanden en kust daarbij moeten samenwerken. Belangrijkste kansen zijn de vergrijzing, stijgende welvaart, toenemende vraag naar korte vakanties en duurzaam toerisme.